Geschikt voor de huishouding?

1. Lastig, dat legen van een volle stofzuigerzak. Dat gat is zo klein.
2. Oei, witte wijn geknoeid op de bank, snel een scheut rode wijn erover.
3. Op je boodschappenlijstje staat afwasmiddel, vaatwasmiddel, handzeep, vim en groene zeep, maar hé, dat is handig ... een fles allesreiniger. Scheelt toch maar mooi sjouwen.
4. Vaat erin, zeep erin ... maar waar moet nu die theedoek?
5. Je denkt dat een voorgerecht een procedure bij de kantonrechter is.
6. Plumeau? Is dat niet die vogel uit Sesamstraat?
7. Je moet je zoontje van vier erbij halen om die kinderveilige dop eraf te krijgen.
8. Je denkt dat knoflookpers een ander woord is voor riooljournalistiek.
9. Je gebruikt een schuimspaan omdat je anders de afwas in de teil niet ziet.
10. Je bereidt die two-steps-saus in de verkeerde volgorde.
11. Je noemt je echtgenoot een dweil.
12. Als je je ruiten wilt wassen, gooi je ze in met een steen en doe je de scherven in de wasmachine.
13. Als je de aardappels eerst kookt en daarna schilt.
14. Je maakt een eenpansgerecht klaar in dertien pannen.
15. Je kijkt er van op dat zuigen ook kan met een stofzuiger.
16. Als je gezinsleden niet eerst in hun kast kijken om kleren te zoeken, maar meteen naar de droger lopen.
17. Als je de stofdoek in de woonkamer uitklopt.
18. Als je een kalkoen in de magnetron probeert te proppen.
19. Als je de afwasborstel ook als wc-borstel gebruikt en andersom.
20. Als je de wasmachine eerst aanzet en de was er pas ingooit wanneer hij klaar is.
21. Als je je afvraagt waarom er handwas staat op een wasmachine.
22.    Verzenden!