Op de titanic speelde nog heel lang een orkest. Op de vleugel (de piano) zat een papegaai in een kooitje. Voor enige afwisseling kwam er ook wel eens een goochelaar tussen het spelen van het orkest door. En die papegaai was een beetje flauw, want bij elk trucje dat de goochlaar deed, verklapte de papegaai hoe het zat. Hij zei bijvoorbeeld: "In zijn mouw! In zijn mouw!" of "Achter zijn rug! Achter zijn rug!" De titanic zonk en de goochlaar overleefde het en dobberde op zee, zich aan een stuk wrakhout vasthoudend. De papegaai had het ook overleefd, hij was uit zijn kooitje ontsnapt en hij circelde nu al een paar dagen om de goochelaar heen. Na vier dagen kwam de papegaai bij de goochelaar op het stuk wrakhout zitten en zei: "Okee, ik geef het op, waar heb je die boot gelaten?"