Twee Nederlanders en een Belg zijn op expeditie door Brazilië. Na een week door de slopende jungle gedwaald te hebben, zien ze aan de overkant
van een rivier twee dorpen liggen. Ze besluiten er naar toe te zwemmen. Echter zou de rivier weleens bevolkt kunnen worden door een piranha-achtige vis, die door de lokale bevolking "kloothappertje" wordt genoemd. Eén van de Nederlanders besluit als eerste naar de overkant te zwemmen, om te zien of
het wel veilig is. Halverwege voelt hij een brandende pijn in zijn onderlichaam. Eenmaal aan de overkant denkt hij: "Als ik de lul ben, dan zij ook," en hij roept
met zijn hoge stem: "Het is ok, hoor!"
De tweede Nederlander neemt een duik. Hem overkomt precies hetzelfde en ook hij roept met een hoog
stemmetje: "Het is ok, hoor!"
De Belg springt dan in het water, maar komt tot verbazing van de twee Nederlanders niet meer boven. Na een minuut
of vijf verschijnt hij vlak voor hen proestend weer aan de oppervlakte. "Ja," zegt hij met een gewone stem, "het was inderdaad ok."
"Hoe heb je het
toch geflikt," vragen de Nederlanders verbaasd.
Springt er opeens een vis boven het water uit, die met een hoog stemmetje naar de Belg roept: "Vuile klootzak!"