Er staat een hoer bij de hemelpoort en Petrus vraagt aan haar wat haar beroep was. Ze kijkt hem verleidelijk aan en zegt dat ze op de wallen werkte. "Jammer", zegt Petrus, "dan kom je er niet in, ga maar op dat bankje zitten!"
Even later komt er een kleermaker aan. Hij ziet dat hoertje zitten, en loopt naar haar toe. "Wat doe jij hier?" Ze legt het uit en de kleermaker zegt: "Geen probleem, kom maar in deze jutenzak, dan draag ik je mee naar binnen."
Zo gezegd zo gedaan en hij komt bij de hemelpoort aan waar Petrus dus weer hetzelfde vraagt. Hij zegt dat hij kleermaker was en hij mag naar binnen. "Nog een klein vraagje", zegt Petrus, "wat zit er in die juttenzak?"
Waarop de kleermaker antwoordt: "Oh, een oude naaimachine!"