Vier nonnen gaan een dagje uit met de bus en raken betrokken bij een ongeluk, waarbij ze alle vier overlijden. Als ze bij
de hemelpoort aankomen, staat Petrus te wachten en zegt: "Jullie moeten al jullie zonden bekennen, voordat jullie naar
binnen mogen."
De nonnen aarzelen even, maar besluiten toch om te bekennen. De eerste non stapt naar voren en zegt: "Ik
heb weleens naar de penis van een man gekeken."
Petrus kijkt op en zegt: "Was je ogen maar in dit water, dan mag je
naar binnen."
De tweede non stapt naar voren en zegt: "Ik heb de penis van een man weleens vastgehouden."
Wederom
kijkt Petrus op en zegt: "Was je handen maar in dit water, dan mag je naar binnen."
Op het moment dat de derde non naar
voren wil stappen, dringt de vierde non voor. "Waarom doe je dit," vraagt Petrus, "er is immers ruimte genoeg?"
"Nou,"
zegt die non, "ik zou graag eerst mijn mond nog willen spoelen, voordat zij erin gaat zitten."