Er kwamen hoe langer hoe minder mensen naar de hemel. Hij had bijna niets meer te doen. Dus riep hij één van
de engelen bij zich en zond hem naar de aarde. "Ga eens kijken," zei hij, "wat daar allemaal gebeurt en waarom wij zo
weinig mensen binnen krijgen."
De engel ging naar de aarde en bleef er een lang weekend alvorens terug te keren en
verslag uit te brengen bij Petrus. "Kijk," zei hij, "het is geen wonder. De mensen zijn slecht, allemaal valsaards,
moordenaars en echtbrekers, dieven en egoïsten. De goede mensen zijn op de vingers van één hand te
tellen."
Petrus was onthutst. Hij dacht er lang over na, maar omdat hij niet wilde afgaan op één opinie
besloot hij nog een andere engel te zenden met dezelfde opdracht. Toen die na een week terugkwam zei hij tegen Petrus: "Het
is waar. De mensen zijn zeer slecht. Allemaal valsaards, leugenaars en dieven, ruziemakers en bedriegers. De goede mensen
zijn op de vingers van één hand te tellen."
Petrus zat er erg over in, want hij voelde zich machteloos. Na
veel nadenken besloot hij een e-mail te sturen naar de nog overblijvende goede mensen, om hen moed in te spreken en hen te
feliciteren met hun goede levenswandel.
Weet jij wat er in die e-mail stond?
Nee?
Ook geen e-mail gekregen?