Een reclameman werd ingehuurd door de spijker- en nagelgroothandelaar van Leeuwen, om een goede pakkende campagne te verzinnen. Om het creatieve proces niet in de weg te staan en onnodig in te dammen, had hij volledig de artistieke vrije hand gekregen. Na een halve week denken meldde hij dat de slogan en het bijbehorende billboard af waren. Nieuwsgierig toog de heer Van Leeuwen zelf naar het kantoor van de reclamemaker. Vol verwachting bekeek hij het resultaat: een meer dan levensgrote foto van Jezus aan het kruis. In sierlijk schrift (ja inderdaad, spijkerschrift) eronder stond de tekst te lezen: "Hij hangt hier
al eeuwen, met spijkers van Van Leeuwen."
Geschokt reageerde de groothandelaar: "Ja maar, ja maar, ja hoor eens even, maar.... We zitten hier in een zwaar gelovig gebied, dat kan echt niet! Ik eis een andere campagne, zonder blasfemie en zo!"
Boos dat zijn (toch werkelijk fantastische) slogan te grof bevonden werd, toog de reclameman weer aan het werk. Een paar uur later meldde hij de definitieve versie gevonden te hebben. Wederom kwam Van Leeuwen ten kantore.
"Toch geen Jezus meer?" vroeg hij bezorgd.
"Meneer, weest u gerust, u zult op het billboard geen Jezus meer aantreffen!"
Met een weids gebaar onthulde de reclameman zijn pièce de resistance: een billboard met een foto van een leeg kruis. Daaronder de tekst: "Nou is Hij ervan afgepleurd. Met spijkers van Van Leeuwen was dat nooit gebeurd!"
Van Leeuwen kon zich toch nog niet vinden in de nieuwe slogan en verbood de nieuwe billboards. Weer enkele uren later kwam van Leeuwen terug bij de reclameman en vol trots onhulde deze zijn nieuwste poster: "Die jongens van Van Leeuwen zijn grote zeikers, maar ze maken allejezus goeie spijkers."