Een man slentert over het platteland van Amerika. Doodmoe en drijfnat van de regen ziet hij in de verte een klooster. "Fijn," denkt hij, "ik ga proberen daar onderdak te krijgen." Na een uurtje komt de man bij het klooster aan. Hij klopt op de enorme kloosterdeur. Een vriendelijke monnik doet open en na het aanschouwen van de doordrenkte man, biedt deze hem meteen een
slaapplaats aan. De man en de monnik lopen door een enorme gang met heel veel deuren. Tijdens het passeren van een grote, eikenhouten deur, zegt de monnik dat de man overal in het klooster naar binnen mag, behalve die grote eikenhouten deur. Nou je, voelt 'm natuurlijk al. Midden in de nacht zit die man op z'n kamer, vreselijk nieuwsgierig wat er nou achter die grote, eikenhouten deur zou kunnen zitten. Dus midden in de nacht sluipt
de man door de gangen van het klooster op zoek naar die grote, eikenhouten deur. Uiteindelijk vindt hij hem, opent hem en ziet vervolgens een zilveren deur. Hij opent de zilveren deur en ziet vervolgens een gouden deur. Hij opent de gouden deur en ziet vervolgens een gouden deur met diamanten.
Hij opent de gouden deur met diamanten en ziet vervolgens, in een pikzwarte ruimte, twee groene ogen!!! Van schrik slaat hij de gouden deur met diamanten dicht, gaat door de gouden deur, gaat door de zilveren deur, gaat door de grote eikenhouten deur en rent naar z'n kamer.
Eenmaal bijgekomen van de schrik, vraagt de man zich toch af wat nou die twee groene ogen zouden kunnen zijn. Dus opnieuw opent hij de grote, eikenhouten deur, opent de zilveren deur, opent de gouden deur en nadat hij de gouden deur met diamanten heeft geopend, ziet hij weer die twee groene ogen en tevens hoort hij een angstaanjagend gebrul! Opnieuw slaat hij de gouden deur met diamanten dicht, gaat door de gouden deur, gaat door de zilveren deur, gaat door de grote eikenhouten deur en rent naar
z'n kamer.
Maar ja, wat zouden die groene ogen en dat gebrul toch zijn? Alle angst overwonnen gaat de man opnieuw naar de grote, eikenhouten deur, opent de zilveren deur, opent de gouden deur en nadat hij de gouden deur met diamanten heeft geopend, ziet hij weer die twee groene ogen en hoort een vreselijk gebrul maar ziet dat dit hoort bij een vreselijk groot eng monster met een enorme bek vol scherpe tanden, enorme klauwen, rook, vuur en zich met
grote snelheid richting de deur beweegt!
Nu echt in paniek rent de man door de gouden deur met diamanten, door de gouden deur, door de zilveren deur, door de grote eikenhouten deur maar ook het monster rent achter hem aan door de gouden deur met diamanten, door de gouden deur, door de zilveren deur, door de grote eikenhouten deur het klooster in!
De man begint te sprinten, het klooster uit, over het platteland, richting de kust. Het monster in dezelfde draf achter hem aan. De man springt de oceaan in en begint te zwemmen, het monster rent inmiddels het strand op.
De man begint te zwemmen en te zwemmen, helemaal tot Zandvoort. Helemaal uitgeput strompelt de man het strand op en ziet dat ook het monster, vrolijk, alsof er niets aan de hand is het strand op huppelt, richting de man en roept........'TIKKIE, JIJ BENT 'M!!!!"