| Een zakenman die op weg is naar zijn huis wordt onderweg door slaap
overvallen en om geen ongelukken te veroorzaken besluit hij zijn
wagen langs de kant van de weg te zetten om even een tukje te doen.
Hij vindt een rustig landweggetje en valt al na vijf minuten in een
diepe slaap. Plotsklaps wordt hij opgeschrikt door getik tegen de
autoruit. Hij draait het raampje open en een oud vrouwtje vraagt aan
hem hoe laat het is. "Vijf voor twee," bromt de zakenman. De vrouw
bedankt hem en loopt verder. De zakenman draait zich om en gaat
verder waar hij gebleven was. Lang kan hij er niet van genieten want
tien minuten later wordt hij weer gewekt door getik tegen het raam.
Geërgerd draait hij het autoraam open en ditmaal is het een jogger
die de tijd wil weten. "Vijf over twee," buldert de zakenman. De
jogger bedankt hem en jogt verder. De zakenman beseft dat hij op
zo'n manier nooit aan zijn slaap komt en pakt een stuk papier en
schrijft daar met koeienletters op: IK WEET NIET HOE LAAT HET IS!
en plakt dit achter zijn ruit. Tevreden over zijn eigen vindingrijkheid
valt hij voor de derde maal in diepe slaap. Nauwelijks aangekomen in
dromenland word zijn rust weer verstoord door getik tegen de ruit.
Met een welgemeende "Godgloeiende...," draait de zakenman zijn
autoraam open en kijkt in het gezicht van een jonge scholier. Deze
werpt een blik op zijn horloge en zegt: "Het is vijf voor half drie meneer."
|
|